● Uw Toekomst en Ontwikkeling ● Onze Passie
E: [email protected] ABN – AMRO Valkenswaard
I: www.stokkink.nl banknr . 54.16.56.678
BTW nr: NL8096639506B01 KvK Eindhoven 17260955
Dorpstraat 67
5504 HB Veldhoven
Tel: +31 (0)40 4100310
Hoe maken we de cultuuromslag naar het Rijnlands model?
Met grote belangstelling volgen we bij Stokkink alle pleidooien en dialogen over het Rijnlands Model.
Dit model wordt als volgende stap gezien in de evolutie van organisatie en maatschappij, die op
dit moment nog steeds dominant ingericht zijn volgens de principes van de maakbare
wereld van het Angelsaksisch Model. Verstikt door control-principes, parameters en de
daaruit volgende bureaucratie. De ene na de andere politicus spreekt zich lovend uit over het
Rijnlands Model; Prof.dr.Ir. Matthieu Weggeman (TU Eindhoven) houdt door het hele land
cabareteske en confronterende lezingen over het onderwerp en er zijn legio websites te
vinden waarop het model wordt toegelicht, toegejuicht en onderbouwd met pakkende
voorbeelden van hoe het anders zou kunnen.
Maar is het Rijnlands Model een maakbaar alternatief?
Door onze ervaring met cultuurveranderingen in organisaties versterkt zich keer op keer
onze visie dat organisatiecultuur en organisatieinrichting alles te maken heeft met
kernwaarden die niet als mooie schilderijtjes in de directiekamer hangen, maar die werkelijk
tot leven zijn gewekt. In de eerste plaats in de mensen die de organisatie vormen, die de
levende dragers zijn van de cultuur die wordt nagestreefd. Een ‘blauwdruk op z’n Rijnlands’
is niet voldoende, als het kunstje van de maakbare wereld de wijze van implementatie is. Het
Rijnlands model in de cultuur en de organisatiestructuur tot leven wekken is een kunst apart.
Het vraagt om een paradigma
Het vraagt om een paradigma in het bewustzijn van bestuurders en medewerkers in
organisaties die jaren achtereen besmet zijn door het principe waarin de baas-knecht
verhoudingen, zijn verzakelijkt volgens het Angelsaksisch Model. Dat is afkicken geblazen!
Je zult In de spiegel moeten kijken naar je eigen organisatiegedrag, je communicatie en non-
communicatie en de manier waarop je samenwerkt. De realisatie zal pijnlijk zijn dat je jouw
ziel al bijna helemaal verkocht had voor je salaris en daartoe kennelijk ook bereid was(!), je
zult je bewust moeten worden van de brilmonturen die je in de loop der tijd hebt opgezet
met beelden over je collega’s, je baas, je organisatie en je klanten en die willen doorbreken
door ‘nieuw’ te kijken en anders te verbinden. Het vraagt dus nogal wat om dat Rijnlands
ideaal vanuit de bestaande situaties te transformeren naar een nieuwe manier van
ondernemen die we zo graag duurzaam willen noemen. Het ideaal holt ons vooruit, en we
zijn zo gewend om te denken dat iets er al is, als we onze mond er vol van hebben. De
economische crisis heeft het falen en de beperking van het Angelsaksisch Model pijnlijk
bloot gelegd.
We zien banken worstelen met het verlies van het vertrouwen van de klanten, de
maatschappelijke argwaan tegen verrijking, en het ontbreken van integriteit en wanhopig
proberen het anders te doen om dit vertrouwen maar terug te winnen. Wat wordt daarbij
gezocht? Het Rijnlands Model? Welnee, een andere inrichting van de control-systematiek
waarin andere normen worden gehanteerd bij het afwegen van risico’s. Met daarbij mooie
praatjes over betrouwbaarheid in een poging het gehavende image op te vijzelen. Maar
veranderen? Regelgeving wordt zowel nationaal als internationaal ingezet om de financiële
markten in het gareel te houden. Oude wijn in nieuwe zakken. Geen verandering, omdat de
centrale waarde niet verandert: het maken van winst staat nog steeds met stip op 1. De
consequenties van duurzaam ondernemen, van het Rijnlands model, worden niet onder ogen
gezien. De trein dendert verder over hetzelfde spoor in dezelfde richting na een uiterst
vervelende hobbel.
Het nieuwe leiderschap
De oplossing voor het transformeren naar een andere manier van ondernemen wordt
kennelijk gezien in het zoeken naar een nieuwe invulling van leiderschap. Het gaat erover in
de organisatiekunde, de begeleidingskunde en de veranderkunde. Het thema Nieuw
Leiderschap doet het goed op symposia, congressen, in masterclasses, is zelfs een
voorname Nijenrode leergang. Het klinkt in eerste instantie alsof er weer wat nieuws uit
Amerika is komen overwaaien, als alternatief voor het besmette beeld dat we van leiderschap
hebben dat ‘management’ heet (een woord dat overigens steeds vaker hoongelach oogst).
Dat het dus tijd was voor een update van het leiderschap dat we tot nu toe kennen, is wel
duidelijk. Maar misschien is er echt wat aan de hand; verrijst er op dit moment een nieuw
leiderschap dat ontstijgt aan de aloude machtswetten en het instinct van de Apenrots, die we
nog in zoveel organisaties om ons heen herkennen… met een voorzitter van een Raad van
Bestuur of CEO aan de top die vooral leidt door te imponeren. Vormt Nieuw Leiderschap
werkelijk de sleutel tot duurzaam ondernemen of het Rijnlands model?
Tjakka Leiderschap en Rustpunt Leiderschap
Misschien toont het zoeken naar ander leiderschap tegelijkertijd ook het verlangen op
andere manieren te mogen functioneren in organisaties zoals het Rijnlands Model voorstaat.
Bij een lezing over ‘Nieuw Leiderschap’ aan de Transfergroep te Rotterdam sprak Matthieu
Weggeman over een onderzoek onder een groot aantal bedrijven waarin vragen waren
gesteld over leiderschap. De uitkomst daarvan was dat het leiderschap dat gezocht wordt
‘een laag Tjakka-gehalte’ heeft, maar vooral ‘een Rustpunt in de organisatie’ is. Opmerkelijk!
Het Tjakka-gehalte versus het Rustpunt lijkt een soort typering van onverenigbare
tegenstellingen.
Tjakka-leiderschap staat hierbij waarschijnlijk symbool voor de wijze van sturen in het
Angelsaksisch Model dat zich vanuit de opvatting van ‘een maakbare wereld’ volledig richt
op de marktwerking en winstbejag. Waarbij termen als ‘groter’, ‘meer’ en ‘sneller’ klinken.
De Tjakka-leider zweept op, vertegenwoordigt de norm, stuurt vanuit rationaliteit op de
organisatie logica. Zoveel mogelijk winst maken en groei zijn de centrale waarden.
Het verlangen naar een leider als Rustpunt zou dan het symbool kunnen zijn van wat ook het
leiderschap binnen het Rijnlands model voorstaat; waarin vertrouwen in kennis en kunde van
medewerkers en zelforganisatie centraal staat, waarbij de leider niet uitsluitend gericht is op
het opzwepen van de opgelegde winstmarges, maar waarin de organisatiedoelen ook echt
maatschappelijke betekenis hebben (duurzaam, milieubewust, etc.) en waar nog steeds
gezonde bedrijfsresultaten nagestreefd worden. Waarin met verwondering de zich
ontvouwende realiteit tegemoet wordt getreden. Duurzaam ondernemen en zingeving voor
medewerkers en maatschappij zijn de centrale waarden.
Laten we deze twee typeringen van leiderschap nog eens wat meer verbinden met het
Angelsaksich Model en het Rijnlands model.
Tjakka-leiderschap in het Angelsaksisch Model
De Tjakka leider is een onvermijdelijk gevolg van wat het Angelsaksich model vraagt. Alles
draait tenslotte om winst, de marktwerking en groei. Organisaties zijn voor dat doel puur
vanuit rationaliteit opgebouwd tot winstmaakmachine; of het nou een profit of een non-
profit organisatie is. De marktwerking is overal ingezet. Ze staan daarom allemaal ook bol
van bureaucratische control mechanismes. Die borgen niet alleen de waarde ‘meten is weten’
in allerlei systemen maar tonen tegelijkertijd ook het fundamentele wantrouwen in
medewerkers. Zij worden via alle mogelijke vormen van toeziende controle in alles gecheckt
in hun werk. Een soort permanente prikklok. ‘Toon maar aan wat je aan het doen bent’ is het
motto. Alle handelingen, alles wat je doet dient afgevinkt en geaccordeerd te worden.
Medewerkers zijn gereduceerd tot dingen, tot instrumenten en radertjes in de
winstmaakmachine. Leiderschap toont zich vooral in ‘management’ van targets en
parameters. Misschien moeten we de naam managers in het Nederlands voortaan met een ‘e’
schrijven, menagers die mennen. Ze hebben maar één doel voor ogen hebben: het behalen
van de afgesproken productietargets en doelen. De ontwikkeling van medewerkers, het hele
HR denken (de strategische toepassing van menswetenschappen) dient datzelfde doel. De
kern van het Angelsaksich model: de technologiesering van ondernemerschap en de reductie
van mens met kennis en kunde tot een uitvoerend volgzame functionaris.
Dit type organisatie toont een gretig ego, in de honger naar meer, groter en sneller.
Prof. Harry Kunneman (Universiteit voor Humanistiek) noemde dit maatschappelijk
fenomeen: het Dikke Ik. Het dikke-ik staat voor onmatigheid, voor de onverzadigbare zucht
naar meer, beter en duurder, voor lomp gedrag en voor een dikke huid. Daardoor lijdt de
mennende lijder vooral aan zichzelf, doordat hij besluit een deel van de werkelijkheid niet
meer te zien: de systeemwereld is dominant over de leefwereld. En dan hoef je geen echt
contact meer te maken met de mensen aan wie je leiding geeft. Alles wordt functioneel.
Inspiratie verstikt, stemmen verstommen. Medewerkers raken opgesloten in de organisatie
en in zichzelf en worden, zoals Prof.dr.ir. Mathieu Weggeman (TU Eindhoven) het zo mooi
zegt, van tegenhangers vanzelf meehangers. Het ‘schuren’ door medewerkers te inspireren
of aan de kaak te stellen wordt ingewisseld voor aanpassing, berusting en onverschilligheid.
En deze cultuur wordt vanzelf overgebracht op nieuwe medewerkers. Want zo zijn onze
manieren.
Het Rustpunt Leiderschap en het Rijnlands model
De Rustpunt leider toont en heeft echt vertrouwen in de kennis en kunde van zijn
medewerkers, die hij als kenniswerkers ziet. Inhoud staat boven management, terwijl we nog
steeds voor de winst en een gezonde bedrijfsvoering gaan. De kennisdragers krijgen
vertrouwen want zij weten tenslotte waar ze het over hebben en wat ze willen maken vanuit
de concrete marktvraag die er ligt. Hij gaat uit van professionals die je iets kunt
toevertrouwen om hun deskundigheid op hun eigen niveau; die vanuit ruimte en
betrokkenheid soms met briljante inspiraties komen, over zowel kleine als grote dingen. Hij
weet, om met Mathieu Heggeman te spreken, dat als je iemand duwt in de richting die hij/zij
zelf al gaat, iemand niet sneller zal gaan lopen maar juist de pas zal inhouden. Hij geeft
daarom ruimte aan zelforganisatie van afdelingen of projecten en is tegelijkertijd goed op de
hoogte van wat er inhoudelijk speelt en beweegt. Niet omdat hij het vak helemaal van
binnenuit kent, maar vooral omdat hij zijn medewerkers van binnenuit kent en via hen hun
kenniswereld ontmoet. Omdat hij belangstelling heeft voor wat er onder zijn mensen leeft en
beweegt. Een organisatie waar niet alleen gewerkt wordt met hoofd en/of handen, maar met
hoofd, hart en handen. Hier staat het Rijnlands model voor; kennis en kunde staan voorop
bij het ontwikkelen van een gezonde organisatie, met betekenis en zingeving voor
medewerkers en maatschappij. Zelforganisatie, zelfsturing en zelflerend vermogen tonen
zich in het ondernemerschap van medewerkers. De organisatiewaarden deels overeenkomen
met de persoonlijke waarden van de medewerkers. En het geheim van het Rustpunt zijn? Is
het een leider die alles weg gedelegeerd heeft? Misschien wel! De nadruk wordt niet gelegd
op de allesoverheersende control mechanismen, maar op vakdeskundig toezicht, evenals op
zingeving en de gerichtheid op de maatschappelijke betekenis. Zingeving ontstaat niet door
gerichtheid op de winstmarge alleen; dat wat het bedrijf doet, beantwoordt een vraag uit de
samenleving – dat daagt uit, dat geeft zin. De Rustpunt leider is authentiek, weet hoe het
‘zijn’ van betekenis is voor het ‘doen’. Reflecteert, maakt bespreekbaar, genereert betekenis
zoals alle medewerkers dat ook doen; is naast inhoudelijk en bedrijfsmatig gericht (in die
volgorde) ook mensgericht. Menselijk kapitaal is geen loze kreet, maar een ervaren
werkelijkheid.
De laatste benen en het herstel van waardigheid
Het Angelsaksisch Model loopt op haar laatste benen. De financiële crisis heeft dat op
pijnlijke wijze blootgelegd. Winst om de winst, waarbij menselijke waarden als vertrouwen en
integriteit soms uit het oog verloren zijn, doet de markt haar waardigheid en
betrouwbaarheid verliezen. Maar anders willen, is niet meteen anders kunnen. Die worsteling
zien we om ons heen, lezen we in de media, waarin bijvoorbeeld de financiële markt
publiekelijk naar harde normen en regelgeving neigt te grijpen om voor het oog van de
buitenwereld zogenaamd duurzaam te kunnen ondernemen. Maar het Angelsaksisch model
zit IN de mens; en daar hebben we wat anders aan te raken. Vertrouwen genereren met
behulp van control systemen, regelgeving en bureaucratie draagt niet bij aan zelfvertrouwen.
Dat is zichtbaar bij de cultuur van de Nederlandsche Bank bij het verstrekken van een
bankvergunning aan de DSB. Het ontbrak binnen de Nederlandsche Bank aan assertiviteit
wordt nu gezegd. De klem? De juridische en wettelijke kaders zijn bepalend voor wat we
denken dat we kunnen doen. Het gevoelde geweten dat zegt ‘hier klopt iets niet, hier moet
wat mee’ sterft een stille dood in de systeemwereld, waardoor ook de schaamte voor het
eigen nalaten van handelen zich niet meer laat zien. Hier toont het zich in naakte waarheid!
Het is het Angelsaksisch model dat de kern vormt van de economische crisis, waarbij door
de dominantie van de rationaliteit en het overheersen van control op uitsluitend rationele
waarden en parameters tevens het gevoel van schaamte is verdwenen over de wijze waarop
we met elkaar omgaan. Door de systeemtaal ontkennen we onszelf en elkaar stelselmatig,
waarbij het los raken van onze innerlijk waarden toont hoe schaamteloos we kunnen
handelen.
Als we beginnen samen te werken vanuit echte waarden leidt dat tot het herstel van
waardigheid. Het Rijnlands model gaat over die waardigheid. Waardigheid die we vandaag de
dag in het sociale gedrag in de samenleving zijn kwijtgeraakt. Het ‘Dikke Ik’ (Harry
Kunneman) zit in de haarvaten van de samenleving (ieder voor zich) en de enige manier om
dat te doorbreken en te transformeren is door mensen te verbinden in vertrouwen; door
authenticiteit te stimuleren.
Onze handreiking bij het worden van een prachtig voorbeeld
Stokkink biedt een aantal mogelijkheden om het Rijnlands model in uw organisatie van
binnenuit tot leven te wekken tot een prachtig voorbeeld van hoe het anders kan. Onze
kracht zit er in om dat vuurtje aan te wakkeren door medewerkers bij hun eigen bron te
brengen: zowel in ‘zijn’, ‘kennen’ en ‘kunnen’. Dat doen we door middel van
cultuurontwikkeling in combinatie met wat wij Inspirerend Leiderschap noemen.
Cultuurontwikkeling is ook een proces dat van binnenuit plaatsvindt, waarbij de levende
verhalen uit de dagelijkse praktijk het vertrekpunt vormen om thema’s boven tafel te krijgen
die via de functionele taal nooit op de agenda komen. Het transformeren van dergelijke
fenomenen brengt niet alleen beweging in de organisatie vanuit echte betrokkenheid van
medewerkers, maar opent ook de communicatie over de echte dingen. Het achterste van de
tong blijkt verbonden met de innerlijke waarden van personen, daar waar de zin en de passie
zitten om iets tot stand te brengen. Daarbij verandert het samen werken naar echt
samenwerken. Op deze manier dragen we bij aan een ondernemerschap vanuit
eigenaarschap-met-zin, niet alleen voor de medewerker zelf, maar in wisselwerking met de
organisatie. Vervolgens gaan we aan de slag met Inspirerend Leiderschap; waarbij
medewerkers aan wie leiding gegeven wordt geïnspireerd worden zichzelf te inspireren.
Door de authenticiteit van medewerkers aan te moedigen. Subject-subject noemen we dat;
waarbij waarheden naast elkaar mogen worden gelegd om het beste uit de mens en de
organisatie te halen en zo dienstbaar te zijn aan het maatschappelijke doel.