Colum voor mezelf

De klop van de paardenhoeven is de zachte echo van de slagenregen 
Een nagalm van misselijke menselijkheid,  misbruik van mannelijke macht
Woorden vormen schreeuwende stilten,  die open wonden zijn, verlegen
Als t harde eelt,  gegroeid op de huid van t hart, nog niet verzacht
Zo ver van mezelf

Vertrokken en aanbeland, al snel thuisgekomen
Zoek ik t verband van menselijk zijn en leren
Van idealen, de horizon en de stip, de leiderschapsdromen
Zo verheven dat t de verbinding mentaal bleef weren
Zo ver van mezelf

Alsof de film in mij was aanbeland; mij en mijn leven stuurde
Met strengen geknoopt aan….en gezogen uit de tijd
NEO, NEO, NEO aansporingen ; n wave die oneindig duurde
Met hertogelijke arends vleugelslagen uit mezelf bevrijd
Op weg naar de ander

De flanken van t paard huiverden hun kracht
In het subtiele spel van volgen en leiden
De warmte tastbaar  stevig en zacht
Verenigd werd, wat bij van de Graft was gescheiden
Zo gedicht in me zelf

Zag de heelheid, het verbonden koord
Onbaatzuchtig overgeven aan het zijn, zo warm
Liefde voor wat is, voor geluiden zonder woord
Nam me mee, nam me op in de kudde, gered in Marrum
Zo gedicht in mezelf

Loop, wandel, mars door instelling en leven
Op de plaats gezet, halt, stilte, steen
Verwijlen bij t moment, eeuwen even
Geeft samen, geeft zovelen om ons heen

t Gat is gesloten
Gedicht uit zichzelf