Vanmorgen deden we een aandachtsoefening. Mijn aanvankelijke antwoord op de vraag ‘waar sta je nu?’ was: “Op een kruispunt”.
Een kruispunt is een combinatie van iets dat voor je ligt en iets dat achter je ligt. Op een kruispunt verblijf je maar heel kort. Je maakt snel een keuze en maakt dat je wegkomt, want het is er enorm druk met voorbijgangers, allemaal op weg naar hun eigen bestemming.
Ik kom ook ergens vandaag. Het is helemaal geen slechte weg die ik heb afgelegd. En onderweg sloeg ik alvast wat piketpalen voor de te vervolgen route.
Maar nu blijf ik nog wat hangen op het kruispunt. Ik observeer. Welke wegen komen nog meer op dit kruispunt uit? Hoe beter ik kijk, hoe meer het er zijn. En ik kijk ook beter naar al die anderen. Waar komen zij vandaag? Waar gaan zij naar toe?
Ik voel dat ik twee dingen kan doen. Ik kan blijven staan en blijven observeren. Ik kan wachten tot al deze informatie mijn te vervolgen route duidelijker maakt. Ik kan ook snel doorgaan naar mijn volgende piketpaal. Midden op dat kruispunt is het onveilig, te druk.
Ik kies een derde optie. Dit kruispunt is mijn pad. Het is geen ordelijk kruispunt. Het is chaos. De chaos die ik nodig heb en zal gebruiken om betekenis te geven aan mijn handelen op deze wereld. Ik weet waarom ik hier ben en ik weet wat ik bij te dragen heb. Ik ken mijn bagage. En met dit alles ga ik op weg en draag bij aan wat op mijn pad komt.
Ik kies de chaos op weg naar een betere ordening. Ik kies de weg te bewandelen in plaats van hem te weten.