Mij trof allereerst het bericht vandaag over het uitgelekte rapport inzake Amarantis. U heeft wellicht in het nieuws gelezen dat er behoorlijke negatieve uitwassen van het Angelsaksisch model naar boven zijn komen drijven. Zelfverrijking door de toplaag is daar, illustratief gesproken, maar eentje van. Mijn eerste gedachten waren: Daar gaan we weer. Nu moet er ook nog een vervolg onderzoek komen naar de gevonden misstanden. Vraag: Is dat om misstanden te voorkomen die het gevolg zijn van excessieve schaalvergroting? Controle mechanismen bedenken en verfijnen? Of is dat om nu eens te gaan nadenken over het systeem zelf?
Al een tijd vraag ik me af hoe lang we nog doorgaan met schaalvergroting door fusies in de publieke sector, ondanks het feit dat er al lang is bewezen dat dat een heilloze weg is. Iets dat namelijk boven het hoofd groeit, is eenvoudigweg niet te monitoren, laat staan goed te controleren. En dan heb ik het nog niet eens over de ontmenselijking van dergelijke gedrochten. Amarantis is een conglomeraat van zo’n 60 scholen in MBO en VO, verspreid over Amsterdam, Zaanstad, Almere, Utrecht en Amersfoort. Met 3.300 medewerkers en 30.000 leerlingen. Hoe in vredesnaam kan men hier nog monitoren en sturen? Sterker nog, al kon men dat: Wie zit er te wachten op een dergelijke leerfabriek? Voor de zogenaamde marktwerking in deze regio hoeft men het niet te doen; er is immers geen tot weinig echte keuze. En naar nu maar weer eens blijkt, hoeft met het ook niet te doen om geld te besparen (daar ging het toch om, of?)…
Ten tweede, en ook de directe aanleiding om deze blog te schrijven, trof mij het bericht van de ad interim bestuurder Marcel Wintels. In het bijzonder de volgende observatie die hij als volgt beschrijft:
“Amarantis was een doorgeschoten fusieproduct. Zoals er in het onderwijs meer zijn. Bestuurders kiezen te vaak voor groei. Willen liefst (regionale) monopolieposities. Dat is zogenaamd (macro-)doelmatig. Soms door de overheid gestuurd. Dat geeft ook invloed, status en macht. Of fuseren uit angst: eigen problemen niet kunnen oplossen, de instelling wordt ‘strategisch kwetsbaar’ en wordt elders ondergebracht. Waarmee het een probleem van een ander wordt of onder de radar verdwijnt.”
En ook een leermoment:
“Zijn fusies in het onderwijs van waarde? Hebben we dat scherp in beeld? Fuseren omdat je anders kwetsbaar bent is niet goed, moet de ander jouw probleem dan oplossen? Fuseren om ‘groter en dus krachtiger’ (vaak wordt bedoeld: machtiger) te worden? Ook niet sterk. Fuseren vanwege inhoudelijke redenen? Die moeten ook zonder fusie in de onderwijsketen mogelijk zijn. Een fusie is soms teveel een vlucht naar voren.
Fusiescholen worden niet alleen groter maar ook complexer, zeker in het lastige en heterogene MBO. Moeilijker bestuurbaar zo leert de ervaring.
Grote fusiescholen leiden intern en extern tot grotere machtsposities van besturen. Dat is risicovol, zo is op meerdere plekken gebleken.”
Het artikel waar ik naar refereerde in deze blog staat nu ergens anders; de opsplitsing is inmiddels een feit. Verdere informatie kan worden gevonden op http://www.onderzoekamarantis.nl/index.shtml
Lezen andere Raden van Besturen even mee? Leren we nu eindelijk eens wat? Anders gesteld: Zie ik hier nu een kleine, voorzichtige ommekeer? Of gaan we door met de rat-race van groot, groter grootst?
En dan heb ik het nu even niet over conglomeraten, maar eigenlijk meer over ego’s…