Beleidsverspilling

Nu lean als verbetermethodiek zo langzamerhand ingeburgerd is geraakt in alle bedrijven, van auto-industrie tot ziekenhuis, zouden we de aandacht kunnen verleggen van het primaire proces naar de beleidsprocessen. Waar menig werker heeft lopen stoeien om verspilling in het dagelijks werken tegen te gaan en werkplekken te standaardiseren, is het opmerkelijk dat de manager en zijn werkproces buiten beeld is gebleven. Des te opmerkelijker omdat daar grote winst is te behalen.
Niet alleen gaat het hier om regeringsbeleid: steunen of stoppen van innovaties zoals zonne- energie, het terugdraaien van de vrije tarieven in de tandartszorg, het terugdraaien van de animal cops of het goedkeuren van fusies tussen ziekenhuizen in de zorg door de NMA (er is nog niet één fusie afgekeurd), het brengt heel veel verspilling met zich mee en drukte om niks. En dan hebben we het nog niet over elk nieuw kabinet (om de twee jaar) die weer nieuwe plannen bedenkt waarvan de vraag is of ze het beloofde resultaat opleveren.
Maar ook het beleid binnen bedrijven en instellingen: Het maken van beleidsplannen die in de la verdwijnen, herstructureringen die niet het gewenste resultaat hebben, grootschaligheid die weer moet worden teruggedraaid. Het is treurig gesteld met alle resultaten van managementinspanningen.
Veel managers en dus veel gedoe lijkt de conclusie. En met name als deze managers een taak hebben in het implementeren van beleid in het primair proces en niet zozeer het primair proces en de zorgwerker ondersteunen.
Recent dook de term beleidsvervreemding op. Veel beleid is zo weinig doordacht dat ambtenaren nauwelijks kunnen bedenken hoe ze daar uitvoering aan moeten te geven. Ik zou nog één stap verder willen gaan: het is pure verspilling. Veel beleid heeft in termen van toegevoegde waarde (en dat is vaak waarop processen in het primair proces beoordeeld wordt) geen enkele betekenis. Het is tijd voor een zelfonderzoek onder managers: het is toch vreemd als jezelf buiten schot blijft bij een veranderingsproces